Spreekbeurt

Voor verschillende vakken zul je vroeg of laat een presentatie moeten verzorgen voor je klasgenoten. De één vindt dat leuk, de ander krijgt er slapeloze nachten van…. Voor de meeste leerlingen is het heel spannend om voor de klas een verhaal te vertellen. In deze studieles leer je waar je op moet letten tijdens je spreekbeurt, zodat je je zenuwen de baas wordt.

 

  1. Zorg dat je goed voorbereid bent! Lees de opdracht die je hebt gekregen goed door. Als er dingen onduidelijk zijn, vraag je docent dan om extra uitleg.

 

  1. Ga op zoek naar informatie voor je spreekbeurt.

 

  1. Zet de informatie in Powerpoint (of Prezi).
  • LET OP! Gebruik steekwoorden! Vermijd lange zinnen. De tekst en plaatjes in je powerpoint moeten een ondersteuning zijn van jouw verhaal.

 

  1. Kies een logische volgorde voor hetgeen je wil vertellen. Denk aan: inleiding – kern – slot. Dat wil zeggen dat je eerst vertelt waar je spreekbeurt over gaat en welke onderwerpen aan bod komen in je presentatie. In de kern vertel je de hoofdzaken, de échte boodschap en nieuwe informatie. In het slot herhaal je de belangrijkste zaken en bedank je je publiek voor hun aandacht.

 

  1. Maak eventueel een spiekbriefje met steekwoorden dat je kunt gebruiken als geheugensteuntje.

 

  1. Oefen je spreekbeurt thuis voor je ouders, familie, vrienden, knuffels of voor de spiegel. Ook kun je je spreekbeurt opnemen met je telefoon en terugkijken hoe het eruitziet. Het is gek om zo naar jezelf te kijken, maar ook heel leerzaam!
  • Leer je verhaal niet letterlijk vanbuiten, zorg dat je weet wat de grote lijn is.

 

  1. Het is zo ver! Bedenk dat iedereen net zo zenuwachtig is als jij, ook al lijkt dat misschien niet zo.

 

 

  • Waar denk je dat je verder op moet letten als je een spreekbeurt houdt voor de klas?

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

 

Aandachtspunten:                              

  • Zorg dat je LUID en DUIDELIJK spreekt. Mompel niet.
  • Kijk je publiek aan, maak oogcontact.
  • Probeer rustig te blijven ademen. Adem diep in en uit.
  • Zorg dat je stevig staat met twee voeten op de grond.
  • Als je de neiging hebt om te gaan friemelen, pak dan een spiekbriefje of pen in je handen.
  • Bedenk dat je publiek niet weet wat je wil vertellen. Het is helemaal niet erg als je spreekbeurt niet precies gaat zoals je het hebt voorbereid.
  • Probeer enthousiast te vertellen, laat je publiek zien dat jij iets te vertellen hebt dat de moeite waard is om naar te luisteren.

 

Oefeningen om met je klas en je mentor te doen en te bekijken:

Presenteren: https://www.youtube.com/watch?v=2Oc5LCKOd-I

Houding: https://www.youtube.com/watch?v=MCZ_oiDkvxc

Stemgebruik: https://www.youtube.com/watch?v=mpmHXSSbCBo

Ademhaling: https://www.youtube.com/watch?v=LJv5Plpw0CY

                        https://www.youtube.com/watch?v=f4mztotStRM

Contact publiek: https://www.youtube.com/watch?v=LlBEiEw23hs

 

Oefeningen improvisatie

Zin voor zin

De leerlingen zitten in tweetallen tegenover elkaar. Zij vertellen een verhaal waarbij ieder om de beurt een zin zegt. Stimuleer de leerlingen om elkaar te verrassen door rare wendingen in het verhaal te bedenken. Je geeft hen een beginzin ter inspiratie, bijvoorbeeld “toen ik vanochtend wakker werd…” Vraag de leerlingen na een aantal minuten een einde aan hun verhaal te maken.

 

Voor deze oefening is een instructievideo beschikbaar: https://www.youtube.com/watch?v=S0TByMdmj48

 

Associëren

Noem een willekeurig woord, bijvoorbeeld ‘flamingo’, en geef een leerling de beurt. De leerling moet blijven praten over een flamingo en mag associëren: ‘een flamingo is een roze vogel die vaak op één been staat, mijn etui is ook roze. In mijn etui zitten pennen en potloden. De punt van mijn potlood is net afgebroken, daarom heb ik hem geslepen met mijn nieuwe slijper. Die kocht ik bij de Hema…. Etc.’ Dan krijgt een andere leerling de beurt en die praat verder. Doel is om te blijven praten en niet stil te vallen.