Les 2

We gaan aan antipest- test maken. Pak pen en papier en schrijf de letters die het best bij jou passen op:

  1. Er zit een jongen in je klas en je weet dat hij niet populair is
    a) ik blijf uit zijn of haar buurt want, voor je het weet ben je ook een sukkel.
    b) ik ga alleen maar om met mijn vrienden groep, dus...
    c) dat maakt niet uit, ik kan goed overweg met iedereen uit mijn klas.
    d) hallo, ik ben diegene.......

  2. Als ik op school ben, dan
    a) sluit ik me meteen aan bij mijn vaste vriendengroep.
    b) ben ik vaak alleen.
    c) doe ik mijn best om niet op te vallen.
    d) ben ik gewoon mezelf en klets ik met iedereen. 

  3. Als ik in de klas een blunder maak, 

    a) kunnen we er met z’n allen om lachen.
    b) dan weet ik al waar ik de komende dagen voortdurend mee gepest wordt.
    c) dan gebeurt er niets! Echt niet dat iemand mij uitlacht...
    d) ik ben de grappigste van de klas, om mij wordt voortdurend gelachen.

  4. We gaan handballen bij de les lichamelijke opvoeding. Wat denk je?
    a) ‘Leuk handbal!’
    b) ‘Dit is zo erg: Ik word toch weer als laatste gekozen’
    c) ‘Maakt mij niet uit, als ik maar samen met … ben...’
    d) ‘Word ik als eerste of als tweede gekozen?

  5. Het is 15:25 uur en de school is uit!

    a) Snel naar huis en dan lekker computeren met vrienden.
    b) Snel naar huis voordat ik opgewacht wordt...
    c) Wat zal ik vandaag eens gaan doen?
    d) Stoer hangen op onze hangplek.

  6. Een grapjas heeft een schooltas van iemand op het dak van de school gelegd. Hoe denk jij over deze actie?
    a) ‘Die grapjes zijn niet leuk!’
    b) ‘O nee, het is toch niet mijn tas?!’
    c) ‘Lachuh, ik weet wie dat gedaan heeft...!’
    d) ‘Dat was wel geinig, wie gaat die tas nu pakken?’

  7. Pesten........
    a gebeurt gewoon! Sommige kinderen vragen er om, die zijn zo raar... Grappig, toch?
    b een beetje gek doen. Je moet wel tegen een grapje kunnen, anders heb je pech.
    c is iets waar ik bijna elke dag wel de dupe van ben...
    d is flauw... Je moet gewoon respect voor elkaar hebben

De antwoorden leveren punten op. Deze krijg je van je mentor. Je kunt hieronder lezen Hoe je gescoord hebt.

0-10 punten
Jij zou soms wel willen dat je onzichtbaar was. Je weet ook wel wat het is om gepest te worden. Wat helpt is er over praten, ook al wil je dat liever niet. Zoek iemand die te vertrouwen is: je ouders, je onderwijzer, een goede vriend en lucht je hart. Dat is een begin, want jij mag er zijn!
 
10-20 punten
Jij komt op voor jezelf en voor anderen. Je bent betrouwbaar en een eerlijke vriend. Je bent aardig, maar geen meeloper! Halen anderen rottigheid uit, dan doe jij in elk geval niet mee!


20 -30 punten
Voor een goeie grap of mop moet je bij jou zijn. Jij bent wel in voor een geintje, maar weet ook wat je grenzen zijn en wanneer een grapje niet meer lollig is...
 
30-40 punten
Jij bent heel zeker van jezelf. Je vindt jezelf erg goed en stoer. Dat kan heel goed zijn, maar niet als anderen daar de dupe van worden. Als je anderen pest of op een andere manier zich rot laat voelen, bedenk dan eens waarom je dat doet. Want als je je echt goed voelt over jezelf, dan wil je dat ook voor een ander!

Wat zijn de gevolgen van Pesten?

Als iemand gepest wordt is niet altijd zichtbaar dat diegene er last van heeft. Als de gepeste leerling geen hulp zoekt of krijgt kan het zelfs tot zelfmoordgedachtes leiden. Hier zijn nog een aantal gevolgen van pesten:

  • Helemaal van streek zijn
  • Niet meer graag naar school gaan
  • Studies verwaarlozen
  • Zich uitgesloten voelen
  • Het zelfvertrouwen verliezen
  • Eenzaam
  • Vandalisme
  • Depressief worden
  • Vernederd zijn
  • Nachtmerries
  • Zelfmoordgedachten en –pogingen
  • Faalangstig worden
  • Andere mensen wantrouwen
  • Eetstoornissen ontwikkelen
  • Zelfverminking
  • En zo zijn er nog een heleboel voorbeelden te noemen...


Tips voor als je gepest wordt:

Als je wordt gepest, denk je misschien dat het nooit op zal houden. Het is ook niet gemakkelijk om pesten te stoppen, maar het kan wel. Je hebt het recht om volwassen te worden in een wereld waarin iedereen je respecteert zoals je bent.

Maar je kunt dat niet in je eentje. Anderen moeten je daarbij helpen. Hieronder staan een aantal tips.

  1. Pesten verdwijnt niet uit zichzelf. Als je gepest wordt, speel dan geen verstoppertje voor jezelf door te denken dat het wel zal overgaan.
  2. Neem iemand in vertrouwen waar je alles aan kan vertellen en die jou steunt.
  3. Ga het gesprek aan met je mentor en vertel wat er gebeurd is, of nog altijd gebeurd. Durf je het niet zelf te vertellen, vraag of een vriend(in) met je mee gaat of laat je ouders contact opnemen met de mentor.

Verschillende rollen

Bij pesten denk je vaak alleen aan de twee hoofdrolspelers: de pestkop en degene die gepest wordt. Maar ook de middengroep speelt een belangrijke rol: bij pesten heeft iedereen in de klas ermee te maken. Alle leerlingen hebben, in hun rol, invloed op het pesten. We gaan deze verschillende rollen eens van dichterbij bekijken.

Bekijk de 7 personages op de afbeelding en lees aandachtig de 7 tekstjes. Wie speelt welke rol bij het pesten? Schrijf het nummer van elke rol op het t-shirt van de kinderen op de tekening.

De Pester: Is vaak onzeker en wil graag aardig en stoer gevonden worden. Denkt door te pesten dat iedereen hem/haar grappig vindt.
De Gepeste: Voelt zich vaak verdrietig en eenzaam. Durft vaak niets terug te doen of het te vertellen, is bang dan nog meer gepest te worden.
De Meeloper: Doet mee met pesten, denkt dat hij/zij er dan bij hoort. Is bang om zelf gepest te worden
De Helper: Neemt het op voor de gepeste. Vindt het niet goed dat er gepest wordt en is niet bang voor de pester. Helpt graag en is daarom vaak populair.
De Stiekemerd: Vindt het goed dat er gepest wordt, maar bemoeit zich er niet mee. Is bang om zelf gepest te worden. Roept anderen erbij om het pesten te steunen.

De Stille: Bemoeit zich er niet mee. Vindt het persten wel gemeen, maar durft niet te doen of te zeggen, is bang zelf gepest te worden.
De Buitenstaander: Denkt dat er in de klas niet gepest wordt en het kan hem/haar ook niet schelen. Zolang hij/zij er zelf maar geen last van heeft.